In de sessie hebben we gekeken naar het Autonome zenuwstelsel. Gedurende de dag wil jij – idealiter – minimaal een aantal keer switchen van de actiestand naar de ruststand. Het mooie aan de adem is dat we dit in kunnen zetten als sleutel. De manier van ademen bepaalt je staat.
Veel, snel, oppervlakkig, via de mond richting de borst waarbij de focus ligt op de inademing = sympatisch
Minder, rustig, diep (met je middenrif richting je buik), via de neus waarbij de focus ligt op de uitademing = parasympatisch
De komende weken gaan we stil staan bij drie dimensies van een functionele adem. Deze week:
Adem Diep
“Diep” kan je op meerdere manieren oppakken natuurlijk, maar ik denk dat we met “Diep”, laag en dus diep in je lichaam bedoeld wordt. Diep ademen houdt in dat je de adem zo diep mogelijk je lichaam instuurt. Met een mooie diepe ademhaling activeer en gebruik je het middenrif op de juiste manier. Een diepe adem hoeft niet heel groot te zijn of veel lucht te vervoeren. Nee, een diepe adem zit laag in je lichaam en beweegt 360 graden.
Om dit te oefeningen kan je de volgende oefening doen:
- Ga op een matje liggen met eventueel een klein kussentje onder je hoofd. Je knieën zijn gebogen en je voeten staan op de grond een centimeter of 30-40 van je billen vandaan.
- Leg een boek of soortgelijk voorwerp op je navel.
- Concentreer je op het ademen richting je buik
- Adem in en voel hoe het boek langzaam naar boven beweegt.
- Adem uit en voel hoe het boek langzaam weer naar beneden beweegt.
- De oefening is om de adem zo laag mogelijk richting je navel te sturen en hierbij geen spieren aan te hoeven spannen (zoals je sixpack). Blijf lekker licht en langzaam ademen.
- Doe deze oefening +- 5 minuten